Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Oost-Brabant 14 februari 2024, INS 2024-0047
De curator van een stichting stelt twee bestuurders en een feitelijk beleidsbepaler aansprakelijk voor het tekort in het faillissement. De rechtbank overweegt dat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 2:10 BW. Een boekhouding is niet bijgehouden en afspraken met de belangrijkste partner, een vennootschap waarvan de enig aandeelhouder en bestuurder het initiatief heeft genomen tot oprichting van de stichting en door de rechtbank is gekwalificeerd als feitelijk beleidsbepaler, zijn niet vastgelegd. Hierdoor bestond bij het bestuur onduidelijkheid over de rechten en verplichtingen van de stichting. Dat kennelijk onbehoorlijk bestuur een belangrijke oorzaak is van het faillissement, is niet weerlegd. De bestuurders van de stichting hebben zich te veel laten leiden door de belangen van de gelieerde vennootschap en te weinig oog gehad voor de risico’s waaraan de stichting werd blootgesteld. In de vrijwaringszaak stelt de rechtbank de draagplicht van de feitelijk beleidsbepaler vast op 50%, terwijl de draagplicht voor de bestuurders elk 25% bedraagt.
Hoge Raad 9 februari 2024, INS 2024-0044
De Hoge Raad oordeelt dat de houder van een pandrecht op een vordering uit hoofde van diens inningsbevoegdheid de procespositie van de pandgever mag overnemen op grond van artikel 225 lid 1 aanhef en sub c Rv. Artikel 225 lid 1 aanhef en sub c Rv ziet namelijk ook op rechtsopvolging onder bijzondere titel en het doen van mededeling waardoor de pandhouder inningsbevoegd wordt, moet in dit kader op een lijn worden gesteld met rechtsopvolging onder bijzondere titel. De pandhouder kan de procedure schorsen en de procespositie van de pandgever hervatten, tenzij de pandgever zich verzet tegen overname van de procedure door de pandhouder. In dat geval wordt de procedure niet overgenomen. De pandhouder kan zijn belangen behartigen door zich middels een incidentele vordering in de procedure te voegen aan de zijde van de pandgever of tussen te komen.
Rechtbank Midden-Nederland 7 februari 2024, INS 2024-0053
De rechter-commissaris in het faillissement van ‘onderneming 1’ heeft een externe adviseur (‘C’ in de uitspraak) opgeroepen voor een faillissementsverhoor (art. 66 Fw). De adviseur heeft vier banken geadviseerd in de totstandkoming van een transactie waarvan de curatoren vernietiging vorderen op grond van de pauliana. De banken verzetten zich tegen het verhoor van de adviseur en verzoeken de rechtbank (ex art. 67 Fw) om de beslissing van de R-C te vernietigen. Zij voeren daarvoor onder meer aan dat sprake is van misbruik van bevoegdheid door de R-C. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond slaagt en vernietigt de beslissing.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hoge Raad
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Vanwege de belangen van de bestuurder, de lange periode die is verstreken sinds de faillietverklaring van de rechtspersonen in 2015, de duur van de procedure en het feit dat de curator eerdere mogelijkheden om getuigen te horen niet heeft benut, wijst het hof het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af wegens strijd met de goede procesorde. 20-02-2024
- Gerechtshof Amsterdam Op grond van 5 lid 1 IVO hebben schuldeisers de mogelijkheid een beslissing tot opening van een hoofdinsolventieprocedure aan te vechten voor de rechter. Naar het oordeel van het hof beschikken alle schuldeisers over een doeltreffend rechtsmiddel tegen de beslissing tot opening van de openbare WHOA-procedure als hoofdinsolventieprocedure. 13-02-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch De hoogte van een vordering hoeft niet vast te staan. Pluraliteit van schuldeisers blijkt onder meer uit het NOW-register. 08-02-2024
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Het verzoek van een stichting om geïntimeerde in staat van faillissement te verklaren is door de rechtbank Oost-Brabant afgewezen. Tevergeefs gaat de stichting in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank. 08-02-2024
- Gerechtshof Den Haag Het hof vernietigt het faillissement, omdat met alle schuldeisers (behalve de Belastingdienst) een regeling is getroffen. De Belastingdienst kan na een herfinanciering alsnog worden betaald. 25-01-2024
- Gerechtshof Amsterdam De bestuurder slaagt erin het bewijsvermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW te weerleggen door andere feiten en omstandigheden naar voren te brengen die een belangrijke oorzaak van het faillissement zijn geweest. Het is daarom niet langer noodzakelijk dat met behulp van een deskundige wordt vastgesteld of sprake is van een schending van de wettelijke administratieplicht (art. 2:10 BW). 19-12-2023
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Deze procedure is geëntameerd door de curator van X BV. Gedaagde is de voormalige partner van de bestuurder van gefailleerde. Het geschil betreft de overdracht van een auto van gefailleerde aan gedaagde kort voor het faillissement. 20-02-2024
- Rechtbank Oost-Brabant Aansprakelijkheid van twee bestuurders en de feitelijk bestuurder van een stichting voor het boedeltekort in faillissement. De twee bestuurders hebben vrijwaring gevorderd door de feitelijk bestuurder. In de vrijwaringszaak wordt de draagplicht gesteld op 50% voor de feitelijk bestuurder en op 25% voor beide bestuurders. 14-02-2024
- Rechtbank Midden-Nederland Verzoekster heeft een grote schuld aan een schuldeiser in de VS en is een WHOA-procedure gestart. Haar verzoeken om de afkondiging van een afkoelingsperiode, de opheffing van beslagen, de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige en de aanwijzing van een buitenlandse vertegenwoordiger worden toegewezen. 09-02-2024
- Rechtbank Midden-Nederland De rechter-commissaris in het faillissement van ‘onderneming 1’ heeft een externe adviseur (‘C’ in de uitspraak) opgeroepen voor een faillissementsverhoor (art. 66 Fw). De adviseur heeft vier banken geadviseerd in de totstandkoming van een transactie waarvan de curatoren vernietiging vorderen op grond van de pauliana. De banken verzetten zich tegen het verhoor van de adviseur en verzoeken de rechtbank (ex art. 67 Fw) om de beslissing van de R-C te vernietigen. Zij voeren daarvoor onder meer aan dat sprake is van misbruik van bevoegdheid door de R-C. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond slaagt en vernietigt de beslissing. 07-02-2024
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Ten aanzien van een aantal gedaagden is in Duitsland een vorläufiges Insolvenzverfahren geopend. Hoewel deze procedure niet is opgenomen op bijlage A, overweegt de voorzieningenrechter dat de IVO van toepassing is. 22-12-2023
- Rechtbank Noord-Holland De bestuurder en aandeelhouder van de failliete vennootschap zijn aansprakelijk voor het tekort dat als gevolg van een onverantwoorde dividenduitkering is ontstaan op grond van artikel 2:216 lid 3 BW. 07-07-2021