Naar boven ↑

Update

Nummer 9, 2024
Uitspraken van 19-04-2024 tot 02-05-2024
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. G.P. van Hooft, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Overijssel 10 april 2024, INS 2024-0115
De bestuurder van het Megahome/NPB-concern is in het faillissement van diverse concernvennootschappen veroordeeld tot betaling van bedragen aan de curator (inmiddels curatoren) van deze vennootschappen. Een aantal jaar voor de faillissementen heeft de bestuurder onroerend goed geschonken aan zijn kinderen. De curatoren van de Megahome/NPB-vennootschappen vorderen vernietiging van deze schenkingen op grond van de BW-pauliana. De rechtbank wijst de vorderingen toe en vernietigt de schenkingen onder de voorwaarde dat definitief in rechte vaststaat dat de faillissementsboedels een vordering hebben op de bestuurder die niet wordt voldaan. Ruim voordat de schenkingen plaatsvonden, heeft de bestuurder geprobeerd zakelijk vermogen te verschuiven om dat buiten het bereik van de schuldeisers te houden. De bestuurder wist of behoorde te weten dat uitvoering van de door hem opgezette (herstructurerings)constructie zou leiden tot het faillissement van Megahome/NPB. Een tekort daarin was te verwachten.

Rechtbank Midden-Nederland 10 april 2024, INS 2024-0113
Een inmiddels failliete vennootschap (‘de failliet’) fungeerde als inkooporganisatie van een kledingconcern en leverde onder eigendomsvoorbehoud onder meer kleding aan een zustervennootschap. De zustervennootschap, een Duitse GmbH, is in Duitsland failliet verklaard. In het kader van een uitverkoop vanuit de kledingwinkels van de zustervennootschap in Duitsland, heeft de failliet een overeenkomst gesloten met onder meer de Duitse curator, een bedrijf dat is gespecialiseerd in het houden van uitverkopen vanuit de betrokken winkelpanden en een financieringsonderneming. In deze overeenkomst zijn ook afspraken gemaakt over de verdeling van de opbrengst. De curatoren van de failliet menen dat deze afspraken paulianeus zijn. De rechtbank beoordeelt eerst of zij bevoegd is een beslissing te nemen en welk recht van toepassing is, omdat de wederpartijen zijn gevestigd in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Inhoudelijk wijst de rechtbank de vorderingen af, omdat schuldeisers niet zijn benadeeld door de overeenkomst en de wederpartijen geen wetenschap hadden van betalingsproblemen binnen de groep.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 26 maart 2024, INS 2024-0116
Een curator heeft een samenstel van rechtshandelingen vernietigd op grond van de faillissementspauliana. Volgens de curator was bij de verkoop van de machinevoorraad van de later failliete vennootschap ook overeengekomen welke schulden met de koopprijs moesten worden betaald. Naar het oordeel van het hof zijn schuldeisers door de verkoop van de machines op zichzelf niet benadeeld, maar wel doordat de koopprijs voor een groot deel ten goede is gekomen aan schuldeisers van een andere vennootschap. De curator krijgt de bewijsopdracht dat partijen daadwerkelijk zijn overeengekomen welke schulden met de koopprijs moesten worden betaald. Daarnaast wordt de curator in de gelegenheid gesteld te bewijzen dat de koper wetenschap had van benadeling.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief of de website www.ins-updates.nl, dan kunt u mailen naar ins-updates@budh.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank