Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Amsterdam 4 april 2025, INS 2025-0087
De rechtbank spreekt op verzoek van diverse schuldeisers het faillissement uit van een Nederlandse financieringsmaatschappij die tevergeefs heeft gepoogd een WHOA-akkoord aan te bieden. De groep waarvan de financieringsmaatschappij onderdeel uitmaakt, is verwikkeld in een Braziliaanse insolventieprocedure. In de VS heeft een Bankruptcy Court geoordeeld dat alle entiteiten die bij deze procedure zijn betrokken voor het doel van de Chapter 15-procedure (een erkenningsprocedure) COMI hebben in Brazilië. De rechtbank acht zich hier echter niet aan gebonden en oordeelt dat de Nederlandse financieringsmaatschappij COMI heeft in Nederland. De rechtbank acht zich daarom bevoegd. De financieringsmaatschappij heeft zich verder op het standpunt gesteld dat de bevoegdheid om het faillissement aan te vragen wordt misbruikt, omdat het verzoek uitsluitend zou zijn ingediend om de eigen positie in de Braziliaanse procedure veilig te stellen. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van misbruik van bevoegdheid in de zin van artikel 3:13 BW. Het belang van verzoekers is erin gelegen dat hun positie – en die van de schuldeisers van de gehele groep – wordt veiliggesteld via de aanstelling van een curator.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 2 april 2025, INS 2025-0094
In deze uitspraak staat ter discussie of de aandeelhouder van de failliete vennootschap Ladessa B.V. een rechtsgeldig pandrecht heeft op debiteuren, de handelsnaam en klantcontracten. De rechtbank oordeelt dat een op 29 maart 2024 geregistreerd pandrecht terecht door de curator is vernietigd op grond van artikel 47 Fw. Vervolgens beoordeelt de rechtbank of diverse vorderingen al dan niet absoluut toekomstig waren op het moment van de daarvoor geregistreerde pandakte (9 februari 2024). De rechtbank oordeelt onder meer dat een bestaande rechtsverhouding kan voortvloeien uit een bestendige handelsrelatie, ook als klanten niet verplicht zijn af te nemen. Verder oordeelt de rechtbank dat het niet mogelijk is op klantcontracten een pandrecht te vestigen. Het is wel mogelijk op een handelsnaam een pandrecht te vestigen. De curator is echter niet aansprakelijk voor het verkopen van de handelsnaam, omdat het pandrecht zaaksgevolg heeft. De pandhouder heeft daarom geen schade geleden.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 april 2024, INS 2025-0088
De faillietverklaring van een vennootschap wordt in hoger beroep bekrachtigd, ondanks het feit dat de vordering van de aanvrager inmiddels is voldaan. De schuldenaar verkeert namelijk nog steeds in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Het verweer dat de rechtbank niet had moeten beslissen op zittingsplaats Zutphen maar Arnhem, wijst het hof van de hand. Op grond van het zaaksverdelingsreglement worden faillissementsverzoeken beoordeeld in Zutphen. Zelfs als het verzoek op de verkeerde zittingsplaats was behandeld, zou dit niet leiden tot ‘onbevoegdheid’ van de locatie, nu de relatieve bevoegdheid betrekking heeft op de rechtbank en niet op de locatie.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden De curator is opgeroepen maar niet verschenen in de procedure. Omdat ook verder niets zich daartegen verzet, wordt in conventie het verzoek op grond van artikel 27 lid 2 Fw om ontslag van instantie toegewezen. In reconventie wordt de procedure geschorst op grond van artikel 29 Fw. 15-04-2025
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Faillietverklaring schuldeiser bekrachtigd: vorderingsrecht van de aanvrager ten tijde van de faillietverklaring stond vast, er is voldaan aan het pluraliteitsvereiste en de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. 01-04-2025
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank waarin zij zich onbevoegd heeft verklaard kennis te nemen van een WSNP-verzoek. Omdat de schuldenaar een onderneming exploiteert in Duitsland, geldt het vermoeden dat het COMI in Duitsland is gelegen. Dit vermoeden is niet weerlegd. 20-12-2024
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Renewd Holding B.V. verkeert naar het oordeel van het hof niet meer in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen. Renewd en de aanvrager van het faillissement hebben een regeling getroffen. Voor de eerste steunvordering is een afstandsverklaring overlegd, de tweede steunvordering is op de dag van de faillietverklaring voldaan. Nu de curator deze betaling niet heeft teruggevorderd, er voldoende saldo was om de betaling te verrichten en zekerheid is gesteld voor betaling van de faillissementskosten, vernietigt het hof het faillissement. 13-12-2024
Rechtbank
- Rechtbank Limburg Topvintage.nl heeft een WHOA-akkoord aangeboden aan haar schuldeisers en aandeelhouders. Alle klassen hebben ingestemd met het akkoord. Omdat geen verzoek tot afwijzing van het homologatieverzoek is ingediend, toetst de rechtbank uitsluitend aan de afwijzingsgronden van artikel 384 lid 2 Fw. Geen van deze gronden is van toepassing, zodat de rechtbank het akkoord homologeert. 18-04-2025
- Rechtbank Amsterdam Nederlandse rechter bevoegd, ondanks in het buitenland gevestigde groepsmaatschappijen. Dat in het faillissement de kans op een uitkering aan de schuldeisers nihil is, leidt niet tot misbruik van recht. 04-04-2025
- Rechtbank Den Haag De rechtbank Den Haag oordeelt dat een curator persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die is ontstaan doordat zij een ontbindingsvonnis van een huurkoopovereenkomst ten uitvoer heeft gelegd. De curator had – ondanks het dringende verzoek van de huurkoper om de uitkomst van het hoger beroep af te wachten – het appartement verkocht. Hierdoor kon het appartement niet meer aan de huurkoper worden geleverd, nadat het vonnis in hoger beroep werd vernietigd. 02-04-2025
- Rechtbank Gelderland Toewijzing homologatieverzoek. Bij een eerder homologatieverzoek werd de schuldenaar niet-ontvankelijk verklaard, waarna op verzoek van een schuldeiser een herstructureringsdeskundige is aangesteld. 02-04-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Op 2 april 2024 is het faillissement uitgesproken van spreadsproducent Ladessa. Nadien is een omvangrijk geschil ontstaan tussen de curator en de aandeelhouder van Ladessa, RSI. In deze uitspraak staat de vraag centraal of RSI een pandrecht heeft verkregen op de debiteurenvorderingen van Ladessa, op haar handelsnaam en op de klantencontracten. 02-04-2025
- Rechtbank Rotterdam Zowel de stelling dat sprake is van gelden die afkomstig zijn uit een misdrijf als de stelling dat daarom niet aan een vonnis hoeft te worden voldaan is onvoldoende onderbouwd. Nu ook de stelling van de schuldenaar dat hij de door hem verschuldigde bedragen wel kan betalen niet zijn onderbouwd, spreekt de rechtbank het faillissement uit. Het verzoek om instelling van een voorlopige schuldeiserscommissie wordt afgewezen. 01-04-2025
- Rechtbank Midden-Nederland De rechtbank oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is en Nederlands recht van toepassing is. Omdat de vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, wijst de rechtbank het gevorderde toe. 15-01-2025