Naar boven ↑

Update

Nummer 12, 2025
Uitspraken van 23 mei 2025 tot 5 juni 2025
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. C.M.A. Knoben, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 16 mei 2025, INS 2025-0108
Deze zaak draait om de vraag of Rent A Padelcourt International B.V. (‘RAPI’) ontvankelijk is in haar hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris in het faillissement van Vidrea Buying B.V. In deze beschikking heeft de rechter-commissaris, op verzoek van de curatoren in het faillissement van Vidrea Retail B.V., de curator in het faillissement van Vidrea Buying B.V. bevolen om een eerder tussen deze partijen getroffen schikking uit te voeren. RAPI had interesse om de vordering waarop de schikking zag over te nemen en stelde hoger beroep in tegen de beschikking. Naar het oordeel van de rechtbank was RAPI geen partij bij de beschikking van de rechter-commissaris en daarom niet-ontvankelijk in haar hoger beroep. De A-G concludeert tot verwerping van het cassatieberoep, waarna de Hoge Raad onder verwijzing naar artikel 81 RO de uitspraak van de rechtbank in stand laat.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 15 mei 2025, INS 2025-0102
Centraal staat de vraag of aflossingen tijdens faillissement hebben te gelden als aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling, hetgeen zou leiden tot verkorting van een WSNP. Het Hof ’s-Hertogenbosch heeft eerder geoordeeld dat dit niet zo is, omdat er aanmerkelijke verschillen bestaan tussen een faillissement en de WSNP. Omdat de vraag in de rechtspraak ook anders is beantwoord, stelt het hof prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.

Rechtbank Gelderland 7 mei 2025, INS 2025-0109
Een tweede hypotheekhouder heeft – met instemming van de eerste hypotheekhouder – een bedrijfspand gekocht van een latere failliet, de eerste pandhouder betaald en het restant van de koopprijs verrekend met zijn vordering. Het hypotheekrecht was echter voor een lager bedrag gevestigd dan het bedrag dat is verrekend. Nadat de verkoper failliet is verklaard, heeft de curator de koopovereenkomst vernietigd op grond van pauliana. De rechtbank oordeelt dat de verkoop rechtsgeldig is vernietigd. De wederpartij wordt ook veroordeeld tot betaling van een bedrag aan gederfde huur. De rechtbank verzoekt partijen zich uit te laten over het beroep van de wederpartij op verrekening. De rechtbank verzoekt partijen ook in te gaan op de vraag of het hypotheekrecht teniet is gegaan en, als dit het geval is, of de boedel gebaat is in de zin van artikel 51 lid 3 Fw doordat het pand vrij van hypotheek wordt teruggeleverd.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank