Naar boven ↑

Update

Nummer 14, 2025
Uitspraken van 20 juni 2025 tot 3 juli 2025
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. C.M.A. Knoben, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Hoge Raad 20 juni 2025, INS 2025-0129
De Hoge Raad verschaft duidelijkheid over de toepassing van de actio pauliana (art. 42 Fw) bij een samenstel van rechtshandelingen. Naar het oordeel van de Hoge Raad gaat het erom of dit samenhangende geheel als zodanig schuldeisers heeft benadeeld. Daarmee strookt volgens de Hoge Raad dat ook de beoordeling van de wetenschap van benadeling wordt betrokken op het samenhangende geheel van rechtshandelingen. Bepalend is of op enig moment bij het verrichten van een rechtshandeling die onderdeel uitmaakt van het samenstel van rechtshandelingen, is voldaan aan de voorwaarde dat de schuldenaar en, in het geval van artikel 42 lid 2 Fw, de weterpartij, wist of behoorde te weten dat benadeling van schuldeisers het gevolg zou zijn van het samenhangende geheel van rechtshandelingen. Daar voegt de Hoge Raad aan toe dat ook de beoordeling van de onverplichtheid, die artikel 42 Fw als voorwaarde stelt voor vernietiging, moet worden betrokken op het samenhangende geheel van rechtshandelingen.

Rechtbank Rotterdam 13 juni 2025, INS 2025-0130
De rechtbank Rotterdam heeft uitspraak gedaan op een groot aantal verzetschriften tegen de (tweede) uitdelingslijst in het faillissement van Imtech. Omdat het faillissement is uitgesproken in 2015, zijn omtrent de verificatie en het verzet tegen de uitdelingslijst de wetsartikelen van voor inwerkingtreding van de Wet modernisering faillissementsprocedure op 1 januari 2019 van toepassing. De rechtbank verklaart het merendeel van de opposanten ontvankelijk in hun verzet, verklaart hun verzet gegrond en beveelt dat hun vorderingen alsnog op de uitdelingslijst worden opgenomen.

Rechtbank Overijssel 23 februari 2022, INS 2025-0132
Deze uitspraak van een aantal jaar geleden is pas recent gepubliceerd. De curator van een failliete vennootschap spreekt onder meer de feitelijk beleidsbepaler (de zoon) en de voormalig statutair bestuurder (de vader) aan. Volgens de curator is onder meer sprake van onbehoorlijk bestuur. De zoon heeft geen verweer gevoerd en wordt aansprakelijk gehouden voor het boedeltekort op grond van artikel 2:248 BW. De vader stond tussen oktober 2014 en maart 2015 ingeschreven als bestuurder van de vennootschap. In verband met de hypotheekaanvraag van een andere betrokkene werd de vader tijdelijk 100% aandeelhouder. Ter zitting verklaarde hij niet te hebben geweten dat hij ook enig bestuurder van de vennootschap zou zijn. De rechtbank overweegt dat de vader in de dagelijkse gang van zaken binnen de vennootschap geen rol speelde en feitelijk slechts als geldschieter fungeerde. De rechtbank oordeelt daarom dat de vader niet hoeft bij te dragen in het faillissementstekort en matigt zijn aansprakelijkheid tot nihil.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hoge Raad

Hof

Rechtbank