Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Rechtbank Overijssel 10 september 2025, INS 2025-0187, met wenk
Een curator wordt geconfronteerd met een onvolledige administratie en talrijke overboekingen en omleidingen van klantbetalingen naar bankrekeningen van familie van de bestuurder. Hij vordert (onder meer) terugbetaling van de overboekingen waarvoor hij in de administratie geen overtuigende rechtsgrond aantreft en afgifte van de omgeleide klantbetalingen. Deze vorderingen lopen echter voor een groot deel stuk op het ontbreken van voldoende bewijs. De reconventionele vordering tot opheffing van gelegde conservatoire beslagen wordt toegewezen en uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Inge Lakwijk besteedt hieraan aandacht in haar wenk en betoogt dat de curator die zijn opties open wil houden er goed aan doet verweer te voeren tegen een vordering tot opheffing van gelegde conservatoire beslagen, of in ieder geval tegen de uitvoerbaar-bij-voorraad-verklaring daarvan.
Rechtbank Midden-Nederland 20 augustus 2025, INS 2025-0181
De eiser in deze kwestie is met een andere persoon bestuurder (‘de medebestuurder’) en aandeelhouder van een management-bv. Deze management-bv is op haar beurt bestuurder van een vennootschap die een WHOA-traject heeft doorlopen. Tijdens het WHOA-traject heeft eiser zich teruggetrokken als bestuurder. De medebestuurder heeft afstand gedaan van een vordering van de management-bv tot betaling van managementvergoeding. Dit was nodig voor het verkrijgen van nieuwe financiering. In deze procedure stelt de eiser de medebestuurder hiervoor aansprakelijk. De rechtbank wijst de vordering af. De bestuurder/aandeelhouder is op de hoogte gesteld van het voornemen om afstand te doen van de managementvergoeding, maar heeft hiertegen niet geprotesteerd. De bestuurder/aandeelhouder heeft ook geen schade geleden, omdat het WHOA-akkoord zonder de afstand niet tot stand zou zijn gekomen. In dat geval zou een faillissement zijn gevolgd en zou de managementvergoeding ook niet zijn betaald.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 augustus 2025, INS 2025-0188
Twee werknemers zijn door de curator van een failliete bv ontslagen. De werknemers menen dat zij nog in dienst zijn van een vof en hebben daarom deze vof en haar vennoten in rechte betrokken. De discussie ziet op de vraag of de werknemers op grond van de regeling met betrekking tot overgang van onderneming in dienst waren van de bv. Naar de mening van de werknemers is dat niet het geval; de vof en haar vennoten menen dat dit wel het geval is. In deze kortgedingprocedure wordt geoordeeld dat de werknemers geen spoedeisend belang hebben. Ook is dezelfde vraag inmiddels (door andere werknemers) voorgelegd aan de kantonrechter in Tilburg. In deze kortgedingprocedure wil de rechter niet vooruitlopen op het oordeel van de kantonrechter in Tilburg. De rechter wijst de vorderingen daarom af.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het hof oordeelt dat de terugbetaling van € 7.000 in het kader van een verstrekte geldlening niet onverschuldigd was noch paulianeus. Hoewel de geldlening op de privérekening van de bestuurder werd gestort, blijkt uit de communicatie en context dat het ging om een zakelijke lening aan La Demica Stucwerk B.V. en niet om een lening aan de bestuurder in privé. De geldverstrekker mocht erop vertrouwen dat hij de onderneming financierde, niet de bestuurder persoonlijk. 09-09-2025
- Gerechtshof Den Haag De rechtbank had Smart CJM B.V. ('Smart') niet failliet verklaard, omdat Smart geen baten zou hebben. In hoger beroep stelt Smart dat zij wel baten heeft, waaronder een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid tegen haar voormalige bestuurder en minderheidsaandeelhouder. Het hof spreekt alsnog het faillissement uit. 09-09-2025
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch Geïntimeerde heeft een vordering op appellant uit hoofde van een vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is. Geïntimeerde dient een faillissementsverzoek in dat de rechtbank Limburg toewijst. Het verzet tegen dit vonnis is ongegrond verklaard. Appellant gaat in hoger beroep en voert aan dat de rechtbank Limburg onbevoegd was in het bodemgeschil op grond van de Rijksoctrooiwet. Ook voert appellant aan dat hij een tegenvordering op geïntimeerde heeft. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch bekrachtigt het vonnis tot faillietverklaring van de rechtbank Limburg en oordeelt dat de eerdere veroordeling tot betaling zag op een verbintenisrechtelijk geschil waardoor de rechtbank Limburg bevoegd was. De tegenvordering heeft appellant onvoldoende onderbouwd. Bovendien zijn er naast geïntimeerde meerdere schuldeisers. 22-05-2025
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Het hof oordeelt over de vraag of betalingen van een vennootschap aan de echtgenoot van een bestuurder moeten worden gekwalificeerd als ongeoorloofde schuldoverneming (art. 54 Fw) en/of paulianeuze transacties (art. 42/47 Fw). De curator slaagt niet in zijn bewijsopdracht 10-09-2024
Rechtbank
- Rechtbank Overijssel Een faillissementscurator wordt geconfronteerd met een onvolledige administratie en talrijke overboekingen en omleidingen van klantbetalingen naar bankrekeningen van familie van de bestuurder. Hij vordert (onder meer) terugbetaling van de overboekingen waarvoor hij in de administratie geen overtuigende rechtsgrond aantreft en afgifte van de omgeleide klantbetalingen. Deze vorderingen lopen echter voor een groot deel stuk op het ontbreken van voldoende bewijs. 10-09-2025
- Rechtbank Overijssel De bestuurders die in de procedure zijn verschenen, voeren aan dat zij slechts kort bestuurder zijn geweest en niet betrokken werden bij de besluitvorming. De rechtbank oordeelt dat de periode dat een bestuurder in functie is geweest, niet van belang is bij de beoordeling of een bestuurder zich kan disculperen. Het gaat erom of in die periode het onbehoorlijk bestuur aan hem te wijten was én of hij maatregelen trof om de nadelige gevolgen van het onbehoorlijk bestuur af te wenden. Of en hoe een bestuurder bij de besluitvorming is betrokken is ook niet relevant. Het beroep op disculpatie slaagt daarom niet. 10-09-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Een voormalig werknemer heeft in het faillissement van een apotheek twee vorderingen ingediend: een voor achterstallig loon en een voor niet betaalde pensioenpremies. Tijdens de verificatievergadering betwistte een medeschuldeiser deze vorderingen. De rechter-commissaris verwees de zaak naar de rechtbank voor verdere beoordeling op grond van artikel 122 Fw. 27-08-2025
- Rechtbank Midden-Nederland De bestuurder/aandeelhouder is op de hoogte gesteld van het voornemen om afstand te doen van de managementvergoeding, maar heeft hiertegen niet geprotesteerd. De bestuurder/aandeelhouder heeft ook geen schade geleden, omdat het WHOA-akkoord zonder de afstand niet tot stand zou zijn gekomen. In dat geval zou een faillissement zijn gevolgd en zou de managementvergoeding ook niet zijn betaald. 20-08-2025
- Rechtbank Midden-Nederland Toepassing Haviltex-norm op gemaakte afspraken bij een crediteurenakkoord. Vordering niet opeisbaar. 20-08-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant Twee werknemers zijn door de curator van een failliete bv ontslagen. De werknemers menen dat zij nog in dienst zijn van een vof en hebben daarom deze vof en haar vennoten in rechte betrokken. De discussie ziet op de vraag of de werknemers op grond van de regeling met betrekking tot overgang van onderneming in dienst waren van de bv. Naar de mening van de werknemers is dat niet het geval - de vof en haar vennoten menen dat dit wel het geval is. In deze kortgedingprocedure wordt geoordeeld dat de werknemers geen spoedeisend belang hebben. Ook is dezelfde vraag inmiddels (door andere werknemers) voorgelegd aan de kantonrechter in Tilburg. In deze kortgedingprocedure wil de rechter niet vooruitlopen op het oordeel van de kantonrechter in Tilburg. De rechter wijst de vorderingen daarom af. 20-08-2025
- Rechtbank Overijssel De curator in het faillissement van Salutem Zorg B.V. heeft met de (indirect en feitelijk) bestuurders een vaststellingsovereenkomst gesloten. In verband hiermee veroordeelt de rechtbank de bestuurders tot betaling van het tekort in het faillissement tot maximaal € 25.500 en legt de rechtbank een bestuursverbod op voor de duur van vijf jaar. 16-07-2025
- Rechtbank Limburg De vorderingen van de curator worden afgewezen omdat ten tijde van de faillietverklaring geen sprake was van benadeling van de schuldeisers. 05-03-2025