Naar boven ↑

Update

Nummer 20, 2025
Uitspraken van 12 september 2025 tot 25 september 2025
Redactie: prof. mr. E.C.H.J. Lokin, mr. H.J. de Kloe, mr. E. Ayerdem, mr. R.J.H. Berghuis, mr. J.O. Bijloo, mr. S.J. van den Boogert, mr. H. Boven, mr. A.D. van Dalen, mr. J. van den Dolder, mr. N. Gamliël, mr. C.M.A. Knoben, mr. I.F.M. Lakwijk, mr. K.C.S. Meekes, mr. A.M.H. Nolte, mr. J.E. van Nuland, mr. W.P.IJ. Overgoor, mr. B.S. Pronk, mr. dr. S. Renssen, mr. D.R.C. Smit, mr. W.T.N. Vlasveld, mr. J.H.M. van de Wiel en mr. S. Zonneveld.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Overijssel 10 september 2025, INS 2025-0187, met wenk
Een curator wordt geconfronteerd met een onvolledige administratie en talrijke overboekingen en omleidingen van klantbetalingen naar bankrekeningen van familie van de bestuurder. Hij vordert (onder meer) terugbetaling van de overboekingen waarvoor hij in de administratie geen overtuigende rechtsgrond aantreft en afgifte van de omgeleide klantbetalingen. Deze vorderingen lopen echter voor een groot deel stuk op het ontbreken van voldoende bewijs. De reconventionele vordering tot opheffing van gelegde conservatoire beslagen wordt toegewezen en uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Inge Lakwijk besteedt hieraan aandacht in haar wenk en betoogt dat de curator die zijn opties open wil houden er goed aan doet verweer te voeren tegen een vordering tot opheffing van gelegde conservatoire beslagen, of in ieder geval tegen de uitvoerbaar-bij-voorraad-verklaring daarvan.

Rechtbank Midden-Nederland 20 augustus 2025, INS 2025-0181
De eiser in deze kwestie is met een andere persoon bestuurder (‘de medebestuurder’) en aandeelhouder van een management-bv. Deze management-bv is op haar beurt bestuurder van een vennootschap die een WHOA-traject heeft doorlopen. Tijdens het WHOA-traject heeft eiser zich teruggetrokken als bestuurder. De medebestuurder heeft afstand gedaan van een vordering van de management-bv tot betaling van managementvergoeding. Dit was nodig voor het verkrijgen van nieuwe financiering. In deze procedure stelt de eiser de medebestuurder hiervoor aansprakelijk. De rechtbank wijst de vordering af. De bestuurder/aandeelhouder is op de hoogte gesteld van het voornemen om afstand te doen van de managementvergoeding, maar heeft hiertegen niet geprotesteerd. De bestuurder/aandeelhouder heeft ook geen schade geleden, omdat het WHOA-akkoord zonder de afstand niet tot stand zou zijn gekomen. In dat geval zou een faillissement zijn gevolgd en zou de managementvergoeding ook niet zijn betaald.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 augustus 2025, INS 2025-0188
Twee werknemers zijn door de curator van een failliete bv ontslagen. De werknemers menen dat zij nog in dienst zijn van een vof en hebben daarom deze vof en haar vennoten in rechte betrokken. De discussie ziet op de vraag of de werknemers op grond van de regeling met betrekking tot overgang van onderneming in dienst waren van de bv. Naar de mening van de werknemers is dat niet het geval; de vof en haar vennoten menen dat dit wel het geval is. In deze kortgedingprocedure wordt geoordeeld dat de werknemers geen spoedeisend belang hebben. Ook is dezelfde vraag inmiddels (door andere werknemers) voorgelegd aan de kantonrechter in Tilburg. In deze kortgedingprocedure wil de rechter niet vooruitlopen op het oordeel van de kantonrechter in Tilburg. De rechter wijst de vorderingen daarom af.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates

Hof

Rechtbank