Update
Geachte heer/mevrouw,
Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.
Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.
Gerechtshof Amsterdam 16 september 2025, INS 2025-0198
Gefailleerde heeft voorafgaand aan het faillissement een schip verkocht en in bezit gegeven aan een derde. De overdracht is echter niet ingeschreven in de openbare registers. Omdat geen rechtsgeldige levering (en dus geen rechtsgeldige overdracht) heeft plaatsgevonden, wordt het schip door de curator opgeëist. Het hof oordeelt dat het schip inderdaad eigendom is gebleven van gefailleerde, maar oordeelt vervolgens dat de curator niet kan revindiceren. Daarmee zou hij de koopovereenkomst immers actief niet nakomen. Dat is naar het oordeel van het hof in strijd met de Berzona-jurisprudentie.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 16 september 2025, INS 2025-0195
Recent heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden weer twee uitspraken gepubliceerd in de Megahome-faillissementen. In de uitspraak van 16 september 2025 bekrachtigt het hof het vonnis van de rechtbank waarin de statutair bestuurder en feitelijk beleidsbepaler aansprakelijk zijn gehouden voor het boedeltekort in het faillissement van zeven vennootschappen. Het hof oordeelt dat de boekhouding niet op orde was, onder meer omdat een bankschuld van € 125 miljoen niet op de balans werd verantwoord en omdat een terugkoopovereenkomst van € 4,4 miljard niet in de administratie was verwerkt. Ook los daarvan is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur, omdat onvoldoende informatie werd verstrekt aan de bank om een vermogensverschuiving te verbergen, waardoor Rabobank niet meer bereid was mee te werken aan een reddingsplan.
In een uitspraak van 29 juli 2025 (INS 2025-0194) oordeelde het hof over de nietigheid op grond van artikel 3:40 BW van ‘de achterkant’ van een paulianeus samenstel van rechtshandelingen. Of schuldeisers zijn benadeeld is bij nietigheid op grond van artikel 3:40 BW niet relevant. Omdat het doel van de opgezette constructie benadeling van schuldeisers was, had de constructie een onzedelijke strekking en was zij reeds daarom nietig.
Rechtbank Overijssel 17 september 2025, INS 2025-0193
De curator in het faillissement van een vennootschap stelt de statutair bestuurder aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW. De bestuurder heeft de feitelijke leiding van de vennootschap in handen gegeven van zijn vader. De vennootschap is meerdere geldleningen aangegaan, terwijl duidelijk was dat de vennootschap deze niet kon terugbetalen. De bestuurder stelt alleen getekend te hebben voor de oprichtingsakte en zich verder niet met de vennootschap te hebben bemoeid. Daarom meent hij zich te kunnen disculperen op grond van artikel 2:248 lid 3 BW. De rechtbank overweegt dat het voor een geslaagd beroep op disculpatie nodig is dat de bestuurder toezicht heeft gehouden op het handelen van de feitelijk bestuurder én tijdig maatregelen heeft getroffen om de gevolgen van het onbehoorlijke bestuur van de feitelijk bestuurder af te wenden. Nu de bestuurder dit niet heeft gedaan, strandt zijn beroep op disculpatie.
Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.
Met vriendelijke groet,
Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates
Hof
- Gerechtshof Amsterdam Het hof oordeelt dat het COMI van de schuldenaar in Nederland ligt. De schuldenaar heeft daarnaast woonplaats in Nederland in de zin van artikel 2 lid 1 Fw jo. 1:10 lid 1 BW. Het hof acht zich daarom bevoegd te oordelen op de faillissementsaanvraag. Inhoudelijk wordt de beslissing van de rechtbank waarin het faillissementsverzoek is afgewezen bekrachtigd, omdat de inhoudelijke verweren van de schuldenaar tegen de vordering van de verzoeker niet aanstonds moeten worden verworpen en de schuldenaar bovendien niet in de faillissementstoestand verkeert. 23-09-2025
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Bekrachtiging vonnis waarin is geoordeeld dat twee (indirect) bestuurders c.q. feitelijk beleidsbepalers hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het faillissementstekort. De bestuurders hebben een ondeugdelijke administratie gevoerd en een reddingsregeling met de bank gefrustreerd. 16-09-2025
- Gerechtshof Amsterdam Gefailleerde heeft voorafgaand aan het faillissement een schip verkocht en in bezit gegeven aan een derde. De overdracht is echter niet ingeschreven in de openbare registers. Omdat geen rechtsgeldige levering (en dus geen rechtsgeldige overdracht) heeft plaatsgevonden, wordt het schip door de curator opgeëist. Het hof oordeelt dat het schip inderdaad eigendom is gebleven van gefailleerde, maar oordeelt vervolgens dat de curator niet kan revindiceren. Daarmee zou hij de koopovereenkomst immers actief niet nakomen. Dat is in strijd met de Berzona-jurisprudentie. 16-09-2025
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Alle rechtshandelingen in deze structuur hadden tot doel de verhaalsmogelijkheden van de schuldeisers zo veel mogelijk te beperken en zijn daarom nietig wegens strijd met de goede zeden en de openbare orde als bedoeld in artikel 3:40 BW. 29-07-2025
- Gerechtshof Den Haag Omdat de faillissementsaanvraag binnen drie jaar na een eerdere opheffing bij gebrek aan baten wordt beoordeeld, moeten de aanvragers aannemelijk maken dat er voldoende middelen zijn om de faillissementskosten te bestrijden. Het hof oordeelt dat verzoekers hierin niet zijn geslaagd en wijst het faillissementsverzoek af. 10-06-2025
Rechtbank
- Rechtbank Rotterdam In de schuldsaneringsregeling van een voormalig schuldenaar heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat een tegemoetkoming van € 10.000 uit de Kindregeling buiten de boedel blijft. De Belastingdienst had het bedrag kort voor afloop van de regeling ambtshalve uitgekeerd aan de voormalige beschermingsbewindvoerder van de schuldenaar, zonder dat de schuldenaar hiervan vooraf op de hoogte was. De WSNP-bewindvoerder meende dat het bedrag in de boedel viel, omdat de betaling plaatsvond vóór het einde van de looptijd van de schuldsaneringsregeling. 23-09-2025
- Rechtbank Overijssel De bestuurder heeft de feitelijke leiding van de vennootschap in handen gegeven van zijn persoonlijk failliet verklaarde vader. De bestuurder heeft geen toezicht gehouden op het beleid van de vennootschap. De vennootschap is meerdere geldleningen aangegaan, terwijl duidelijk was dat de vennootschap deze niet kon terugbetalen. De bestuurder stelt alleen getekend te hebben voor de oprichtingsakte en zich verder niet met de vennootschap te hebben bemoeid. Daarom meent hij niet aansprakelijk te zijn voor het faillissementstekort. De rechtbank volgt dit verweer niet. De bestuurder heeft zijn taak kennelijk onbehoorlijk vervuld en het is aannemelijk dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De bestuurder is aansprakelijk voor het faillissementstekort. 17-09-2025
- Rechtbank Rotterdam Verweerster heeft de stellingen van verzoekers gemotiveerd betwist, terwijl verzoekers hun vorderingen onvoldoende hebben onderbouwd. Daarom is niet summierlijk gebleken van het vorderingsrecht van verzoekers en wijst de rechtbank het faillissementsverzoek af. 16-09-2025
- Rechtbank Rotterdam De curator van een failliete vof en bv vraagt het faillissement aan van de vennootschap die bestuurder en aandeelhouder is van de failliete bv. De curator baseert zijn vorderingsrecht op het saldo van een rekening-courant tussen de failliete vof en de failliete bv, nu alle opnames en stortingen via de bankrekening van verweerster liepen. Verweerster betwist niet het bestaan van de vordering, wel de hoogte. Desondanks spreekt de rechtbank het faillissement uit, omdat de omvang van de vordering niet hoeft vast te staan. 11-09-2025
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant De rechtbank oordeelt dat de curatoren de rechtshandelingen in het kader van de reddingspogingen onterecht hebben vernietigd op grond van faillissementspauliana, omdat wetenschap van benadeling niet is aangetoond. De vordering tot terugbetaling van de managementfees wordt afgewezen. 10-09-2025
- Rechtbank Rotterdam Na het faillissement van de hoofdhuurder MC Makelaardij ontstaat een geschil over het gebruik van een kamer door een onderhuurder. De kantonrechter oordeelt in kort geding dat de onderhuurder geen recht of titel heeft tegenover de eigenaar en wijst de vordering tot ontruiming toe. 17-07-2025
- Rechtbank Gelderland Twee vennootschappen vragen om een afkoelingsperiode. Een van de vennootschappen trekt het verzoek ter zitting in, omdat een afkoelingsperiode niet noodzakelijk zou zijn. Het verzoek van de andere verzoekster wordt toegewezen. 17-07-2025
- Rechtbank Gelderland Het verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode wordt afgewezen, omdat verzoekster niet aan haar lopende verplichtingen kan voldoen. 03-07-2025