Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u een nieuwe INS Update aan. Zie ook onze site met een overzichtelijke database per onderwerp van alle relevante rechtspraak: www.ins-updates.nl.

Rechtspraak
Hierbij ontvangt u de voor u geselecteerde jurisprudentie. Graag wijs ik u in het bijzonder op de volgende uitspraken.

Rechtbank Amsterdam 26 februari 2025, INS 2025-0044
In het faillissement van Scotch & Soda wijst de rechtbank een beroep van zes Turkse kledingfabrikanten op een eigendomsvoorbehoud en het recht van reclame af. In de gesloten raamovereenkomst is een beroep op eigendomsvoorbehoud en recht van reclame namelijk uitgesloten. De curatoren zijn daarom niet tegenover de kledingfabrikanten aansprakelijk. Het beroep van de curatoren op veroordeling van de kledingfabrikanten in de werkelijke proceskosten wordt afgewezen. Wel veroordeelt de rechtbank de fabrikanten in de dubbele proceskosten, omdat een deel van de vorderingen evident ongegrond is en het voor andere vorderingen slechts in geringe mate verdedigbaar is deze aan de rechter voor te leggen.

Hoge Raad 21 februari 2025, INS 2025-0048
In de Zalco-casus is het pandrecht dat rustte op aluminium tenietgegaan door natrekking, omdat het aluminium is gestold en bestanddeel is geworden van de ovens doordat de fabriek na de faillietverklaring is stilgelegd. Hierdoor viel het aluminium onder het hypotheekrecht op het recht van erfpacht en opstal. De pandhouder vordert een verklaring voor recht dat de hypotheekhouder ongerechtvaardigd is verrijkt. Het hof had deze vordering afgewezen, omdat de hypotheekhouder door de hele situatie niet was verrijkt. De Hoge Raad laat het oordeel van het hof in stand. De Hoge Raad overweegt dat verrijking als gevolg van natrekking weliswaar in beginsel ongerechtvaardigd is, maar dat niet ook als uitgangspunt heeft te gelden dat in geval van natrekking in beginsel sprake is van verrijking. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van verrijking komt het volgens de Hoge Raad aan op een vergelijking tussen de feitelijke vermogenstoestand van de aangesprokene na de natrekking en diens hypothetische vermogenstoestand als natrekking niet zou hebben plaatsgevonden. Daarbij moet de rechter acht slaan op alle omstandigheden van het geval.

Rechtbank Noord-Nederland 15 januari 2025, INS 2025-0047
In een uitgebreid gemotiveerd vonnis houdt de rechtbank de bestuurders van een gefailleerde zorgstichting op grond van artikel 2:300a (oud) jo. 2:138 BW aansprakelijk voor het boedeltekort. Naar het oordeel van de rechtbank is de boekhoudplicht geschonden. Een belangrijke oorzaak van het faillissement is het eindigen van een contractuele relatie met de gemeente Groningen. Toch leidt dit er niet toe dat de bestuurders niet aansprakelijk zijn, omdat de relatie is geëindigd vanwege onbehoorlijk bestuur. De curator heeft ook de leden van de raad van toezicht (RvT) aansprakelijk gesteld. Zij zouden onvoldoende toezicht hebben gehouden op de naleving van de boekhoudplicht. De rechtbank overweegt dat de RvT meerdere malen heeft geprobeerd zijn rol in te vullen, maar daarbij telkens werd afgehouden door de bestuurders. Onder deze omstandigheden kan het ontbreken van toezicht niet als onbehoorlijk worden aangemerkt. De vorderingen jegens de toezichthouders worden daarom afgewezen. Tot slot wordt de bestuurdersaansprakelijkheidsverzekeraar, die in vrijwaring door de bestuurders is opgeroepen, verplicht dekking te verlenen.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Met vriendelijke groet,

Erik de Kloe
Hoofdredacteur INS Updates