Faillissementsfraude. Feitelijk leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk begaan door rechtspersonen

Heeft de verdachte, door geen deugdelijke administratie te voeren, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de rechten van de schuldeisers van vennootschap A door een vanaf september 2009 dreigend faillissement van deze rechtspersoon zouden worden verkort?

Faillissement blijft na verzet in stand

Onvoldoende is gesteld waarom de aanvragers van het faillissement met elkaar vereenzelvigd moeten worden. De toezegging dat de vorderingen van de aanvragers op korte termijn worden betaald, is onvoldoende onderbouwd. De rechtbank laat het faillissement daarom in stand.

Bestuurdersaansprakelijkheid en bestuursverbod. Met wenk

De rechtbank Den Haag stelt vast dat het bestuur van de gefailleerde vennootschap zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld, vanwege de schending van de boekhoudplicht en dat aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De formeel bestuurder is aansprakelijk voor het faillissementstekort van de gefailleerde vennootschap en wordt veroordeeld tot betaling van een voorschot aan de faillissementsboedel. Daarnaast wordt aan de betreffende bestuurder een bestuursverbod voor de duur van vijf jaren opgelegd.

Aansprakelijkheid vereffenaar afgewezen

Aansprakelijkheid vereffenaar afgewezen omdat niet aan eisen aansprakelijkheid is voldaan.

Hoger beroep afwijzing faillietverklaring. Vordering dient naar Duits recht te worden getoetst. Daarvoor biedt de procedure geen ruimte.

Hoger beroep tegen afwijzing verzoek faillietverklaring. De gestelde vordering van de aanvrager dient naar Duits recht te worden beoordeeld. De faillissementsprocedure biedt daarvoor geen ruimte, zodat niet summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht.

Geen aansprakelijkheid wegens misbruik van faillissementsrecht

Een ex‑werknemer van PGV meent primair dat de indirecte bestuurder in privé aansprakelijk is, omdat een faillissementstoestand is gecreëerd om de arbeidsrechtelijke bescherming te ontnemen aan de werknemer. Het hof oordeelt dat van een Spaanse villa-situatie geen sprake is, omdat de verweten handelingen zien op bestuurshandelingen. Bestuurdersaansprakelijkheid is ook niet aan de orde. Daarvoor is allereerst noodzakelijk dat de vennootschap zelf misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid het faillissement aan te vragen, maar de vennootschap verkeerde naar het oordeel van het hof in de (niet-geregisseerde) toestand van te hebben opgehouden met betalen.

Keuze voor schadevergoeding door werknemer pakt financieel nadelig uit in het faillissement van de werkgever. Met wenk

Een ex‑werknemer koos voor een schadevergoeding wegens onregelmatig ontslag. Het UWV weigerde uitkering onder loongarantieregeling. De rechtbank steunde de werknemer, maar de Centrale Raad van Beroep stelt het UWV in het gelijk.

Bestuurdersaansprakelijkheid: schaduwboekhouding geen belangrijke oorzaak faillissement

De administratieplicht en de boekhoudplicht zijn geschonden, maar de (indirecte) bestuurders hebben andere belangrijke oorzaken van het faillissement aannemelijk gemaakt. Zij zijn daarom niet aansprakelijk op grond van artikel 2:248 BW. De bestuurders zijn wel aansprakelijk op grond van artikel 2:9 BW, omdat omzet van de vennootschap is doorgeleid naar de privérekening van een van de bestuurders. De bestuurders stellen dat zij een verrekenbare tegenvordering hebben, omdat vanaf de privérekening ook kosten van de vennootschap zijn voldaan. De bestuurders worden in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren voor deze tegenvordering.

Eiser wordt op grond van artikel 28 lid 1 Fw in de gelegenheid gesteld de curator op te roepen

Eiser heeft een verklaring voor recht gevorderd. De kantonrechter overweegt dat dit geen verbintenis uit de boedel is, zodat artikel 29 Fw niet van toepassing is. Eiser wordt op grond van artikel 28 lid 1 Fw in de gelegenheid gesteld om de curator op te roepen.

Vernietiging faillissement, matiging salariskosten curator

Een schuldenaar stelt met succes hoger beroep in tegen zijn faillietverklaring. De faillissementskosten worden ten laste van de geïntimeerden gebracht. Wel matigt het hof het salaris van de curator.