H5 c.s./BoFinn c.s.

Onbehoorlijke taakvervulling nu gedaagde, in strijd met de statuten en zijn informatieplicht, namens de vennootschap onzakelijke leningen heeft verstrekt en kosten heeft gemaakt die vallen buiten de normale bedrijfsvoering. Hierover had gedaagde met zijn medeaandeelhouders moeten overleggen. Het ging hier immers om geld dat aan de aandeelhouders gezamenlijk toekomt.

leverancier/Curatoren V&D

Tussen V&D en de leverancier is geen geldig eigendomsvoorbehoud overeengekomen. De leverancier kan zich ten aanzien van een deel van de producten wel op het recht van reclame (art. 7:39 BW) beroepen. De dubbele termijn van artikel 7:44 BW is pas gaan lopen nadat de door V&D bedongen betalingstermijn van ‘ten minste 90 dagen’ reeds is verlopen. Oneigenlijke vermenging van producten levert wel problemen op. De leverancier dient te bewijzen welke producten onder het recht van reclame vallen. Voor zover ze kan bewijzen dat een X aantal producten van de voorraad ten tijde van het faillissement onder haar recht van reclame valt, acht de rechtbank dat voldoende om het recht van reclame in te roepen. De beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid brengt met zich mee dat de curatoren zich dan niet op oneigenlijke vermenging kunnen beroepen.

UWV/Aukema q.q.

Prejudiciële procedure. De Hoge Raad komt niet terug van LISV/Wilderkink q.q.: vergoeding in verband met niet-genoten vakantiedagen is boedelvordering, ook voor zover aanspraak op vakantiedagen voor faillissement is opgebouwd. Uit HR Koot/Tideman volgt geen ander oordeel.

Famed/Kreikamp q.q.

Famed meent een pandrecht op vorderingen voor ten tijde van faillietverklaring nog onderhanden werk te hebben, terwijl dit volgens de curator niet mogelijk is omdat de vorderingen in de lezing van de curator ten tijde van faillietverklaring nog niet waren ontstaan. De Hoge Raad oordeelt, anders dan het hof deed, grotendeels ten gunste van Famed, overwegende dat de aard van de geneeskundige behandelingsovereenkomst meebrengt dat ingeval in het kader van die overeenkomst meerdere, als zodanig identificeerbare en op geld waardeerbare deelprestaties kunnen worden aangewezen, na verrichting van elk van die deelprestaties een daarmee corresponderende vordering tot betaling van loon ontstaat, tenzij partijen anders zijn overeengekomen. 

Eiser c.s./The Perfect Match

Gedeeltelijke opheffing van conservatoir beslag gerechtvaardigd gelet op het feit dat de in de bodemprocedure ingestelde vordering wegens bestuurdersaansprakelijkheid niet evident toewijsbaar is en de omstandigheid dat eiser thans niet kan voorzien in zijn levensonderhoud.

Op bestuurder rust geen verplichting om onderzoek naar koper van aandelen in vennootschap te plegen.

Geen aansprakelijkheid bestuurder jegens vennootschap voor aangaan garantie.

Rabobank/X

Executoriale verkoop van onroerend goed uit hoofde van borgtocht en ontstane restschuld is toegestaan vanwege het recht van parate executie. Bank heeft zorgplicht niet geschonden.  

X B.V./Y B.V.

Afwijzing van het verzoek tot faillietverklaring omdat ook in hoger beroep niet summierlijk is gebleken van de daarvoor vereiste pluraliteit van schuldeisers en er geen sprake is van een faillissementstoestand.

Kolkman q.q/X

Niet voldaan aan de vereiste pluraliteit van schuldeisers, verzoek tot faillietverklaring afgewezen.