Van Dongen q.q./Data-Part

De curator wordt als belanghebbende in de zin van artikel 10 Fw aangemerkt in een geval waarin het faillissement op verzoek van een schuldeiser is uitgesproken. Het verzet van de curator slaagt. Er is geen sprake van een vorderingsrecht van de schuldeiser op de gefailleerde.

Propertize/Polman c.s.

Onvoldoende is gebleken dat de schuldenaar zijn gehele schuld aan de schuldeiser kan verrekenen. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en verklaart de schuldenaar in staat van faillissement.

Janssen q.q./X

Redelijk belang schuldeiser bij aanvraag faillissement vennootschap zonder baten. Curator heeft ook recht van verzet bij faillietverklaring naar aanleiding van verzoekschrift.

Zwaluwe B.V./X

Geen bestuurdersaansprakelijkheid nu er geen sprake is van een voldoende ernstig verwijt, noch van wetenschap dat de vennootschap haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen.

Het echtpaar X

Afwijzing van het verzoek tot omzetting van persoonlijk faillissement van vennoten gefailleerde v.o.f. naar WSNP (art. 15b Fw). Weliswaar is door de curator voldaan aan de eisen van artikel 285 aanhef en onder f Fw, maar verzoekers hebben onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij ten aanzien van het ontstaan en het onbetaald laten van de schulden te goeder trouw zijn in de zin van artikel 288 lid 1 aanhef en onder b Fw.

Alcredis Finance/X

Bescherming tegen gedeeltelijke beschikkingsonbevoegdheid in geval van vuistloos pandrecht. Verkrijging van onbezwaarde eigendom op grond van artikel 3:86 lid 2 BW.

Kerkhoffs q.q./X c.s.

Onbehoorlijk bestuur wegens het niet voldoen aan de op de bestuurder rustende boekhoudplicht. De bestuurder kan zich ter verwering niet beroepen op hetgeen is weergegeven in de boekhouding van een andere vennootschap waarbij hij betrokken is. De rechten en verplichtingen zoals bedoeld in artikel 2:10 BW moeten blijken uit de boekhouding van de rechtspersoon zelf en niet uit die van een andere rechtspersoon.

Gemeente Rotterdam en Divosa/X

Ook als aan het pluraliteitsvereiste is voldaan, dient te worden onderzocht of de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen.

Hertz/GMAC

Deelvonnis met bewijsopdracht ten aanzien van door eiseres gesteld eigendomsvoorbehoud, nu het hof het eigendomsvoorbehoud heeft aangemerkt als een regulier en niet – zoals eiseres heeft gesteld – een verlengd eigendomsvoorbehoud.

X/Claessens q.q.

Huurbescherming prevaleert. Een beding in de huurovereenkomst dat indeplaatsstelling overeenkomstig artikel 7:307 BW uitsluit is met voorbijgaan van de verjaringstermijn van artikel 3:52 lid 1 onder d BW te allen tijde vernietigbaar op grond van artikel 7:291 BW. Het hof past hiervoor een flexibele uitleg van artikel 3:51 lid 3 BW toe. Zodoende kan ook de curator van de gefailleerde huurder zich op die vernietigingsgrond beroepen, ook als dat niet geschiedt ter afwering van een vordering van de verhuurder.