X./Ontvanger

X. is door Ontvanger als feitelijk bestuurder aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven naheffingsaanslagen van een, inmiddels failliete, bv waarvan hij aandeelhouder was.

curator Lithium Entertainment/Heineken

Heineken mag haar boedelvordering ex artikel 39 Fw verhalen onder haar pandrecht op de bedrijfsinventaris van Lithium Entertainment B.V. Artikel 21 lid 2 IW staat hier niet aan in de weg, omdat de boedelvordering van Heineken niet concurreert met de preferente faillissementsvordering van de Ontvanger. Belangenbehartiging ex artikel 57 lid 3 Fw door de curator is hier dan ook niet aan de orde. Dat de curator zelf een hoger gerangschikte boedelvordering dan Heineken heeft, maakt dat niet anders.

Patelot

Hof wijst verzoek tot faillietverklaring op eigen aangifte af wegens gebrek aan baten.

Rep q.q./X

Maclou-norm wordt niet van toepassing geacht op 'interne' pro se aansprakelijkheid van ex-curator jegens de boedel. In plaats daarvan geldt een lichtere norm, toepassing waarvan in dit geval volgens het Gerecht in Eerste Aanleg tot aansprakelijkheid van de reeds ontslagen curator leidt.

Rabobank/X

Borgstelling is ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening aangegaan nu bankfinanciering in het algemeen ten behoeve van de normale bedrijfsuitoefening zal zijn, er een duidelijk winstperspectief was en niet voldoende van bijzondere omstandigheden is gebleken.

Na afwikkeling faillissement resteert nog € 1,3 miljoen. R-C, curator en bestuur verzoeken curator als vereffenaar aan te stellen. Curator wil niet-verifieerbare rente gaan uitbetalen.

Boele/Mauritsweg

De rechtbank ziet de vermogensinstandhoudingsverklaring in deze zaak als garantstelling als bedoeld in artikel 1:88 lid 1 onder c BW, en laat partijen toe in te gaan op de relevantie van een recent arrest van de Hoge Raad over de vraag wat binnen de normale uitoefening van het bedrijf valt.

Timmerwerken/Glas B.V.

Vernietiging van faillissement, appellant verkeert niet in de toestand te hebben opgehouden te betalen.

Van der Schee q.q./ING Bank N.V.

Uitgangspunt dat niet-overdraagbaarheidsbedingen slechts verbintenisrechtelijke werking hebben. Beding laat zich echter bij objectieve uitleg niet begrijpen als slechts verbintenisrechtelijke instructie aan partijen.

Misbruik van faillissementsrecht; bestuurder van vennootschap heeft faillissement aangevraagd binnen de grenzen van zijn bevoegdheid daartoe