Curator als eisende partij in procedure namens gefailleerde curandus. Voor het starten van een gerechtelijke procedure namens de curandus is toestemming van de kantonrechter nodig. Niet gebleken is dat de faillissementscurator die toestemming heeft verkregen. Dit leidt tot niet-ontvankelijkheid.

Faillietverklaring op eigen verzoek afgewezen. Niet voldaan aan het vereiste van pluraliteit van schuldeisers.

Curatoren/Brantina

Vordering in rechte van de curatoren tot betaling aan de boedel wegens openstaande facturen in verband met internationale bewaarneming. Vraag of algemene voorwaarden van toepassing zijn.

Peeters/Gatzen-vordering. Selectieve betaling in het zicht van faillissement is onrechtmatig handelen bestuurders jegens gezamenlijke schuldeisers nu de rechtspersoon had besloten zijn activiteiten te beëindigen en er voor die betaling geen wettelijke grond was terwijl de betaling niet wordt gerechtvaardigd door bijzondere omstandigheden.

LKB/Spyker

Homologatie surseanceakkoord. Het hof is van oordeel dat niet is gebleken van het bestaan van in de wet genoemde gronden noch van andere gronden die een weigering van de homologatie kunnen rechtvaardigen.

Bestuurdersaansprakelijkheid, Beklamelnorm. De financiële bewegingen van gedaagden rond de oprichting voldeden niet aan de destijds aan volstorting gestelde eisen en waren niet gericht op volstorting geplaatste aandelen. Gedaagden zijn om die reden naast de gefailleerde hoofdelijk aansprakelijk gebleven voor de door hen in de oprichtingsfase met eisers gesloten huurovereenkomst en koopovereenkomst.

Induco/Groenflex

Bestuurdersaansprakelijkheid: Beklamelnorm. Bestuurders niet aansprakelijk voor niet terugbetalen lening. Dat de de debiteurenportefeuille zou opdrogen nu de vennootschap zich is gaan richten op andere bedrijfsactiviteiten onder andere naam brengt niet zonder meer met zich mee dat de bestuurders wisten of redelijkerwijze behoorden te begrijpen dat de vennootschap haar verplichtingen niet na zou komen.

Bestuurdersaansprakelijkheid: Beklamelnorm. Vaststaat dat de vennootschap bij het aangaan van de overeenkomst over onvoldoende eigen middelen beschikte. Dan ligt het voor de hand dat appellant met in feite de volledige zeggenschap wordt belast met het bewijs dat hij ten tijde van het aangaan van de door vennootschap niet nagekomen overeenkomst wist noch behoorde te weten dat zij niet zou kunnen nakomen en evenmin verhaal zou bieden.

Bestuurdersaansprakelijkheid: Beklamelnorm. Gelet op de stand van zaken rondom het verkrijgen van de externe financiering op het moment dat de aandelenkoop tot stand kwam, hadden de bestuurders hiervan af moeten zien. Zij hadden eventueel ook een financieringsvoorbehoud in de SPA kunnen laten opnemen. Dat hebben zij niet gedaan. Evenmin hebben zij de verkopende partij geïnformeerd over de noodzaak om de koopprijs extern te financieren. Van dit een en ander kan de bestuurders een ernstig verwijt worden gemaakt.

Of een verbintenis een termijn voor nakoming kent in de zin van artikel 6:39 BW moet worden vastgesteld aan de hand van de Haviltex-maatstaf of artikel 6:248 lid 1 BW. Tegen dwingende bewijskracht schriftelijke verklaring staat tegenbewijs open. Tegenbewijs tegen inhoud akte voorshands geleverd omdat niet kan worden uitgesloten dat de inhoud van de verklaring (mede) is ingegeven door naderend faillissement.