Faillissement blijft in stand. Bestuurder heeft verklaring derdenbeslag niet tijdig afgelegd

Het hof laat het faillissement van een bestuurder van een andere vennootschap in stand. Verzoekers hebben een vorderingsrecht op de bestuurder omdat een verklaring derdenbeslag niet tijdig is afgelegd. Dit vorderingsrecht is vastgesteld door de rechtbank Amsterdam. Ondanks het feit dat hoger beroep is ingesteld, blijkt summierlijk van het vorderingsrecht.

22-jarige rechtenstudent wordt niet failliet verklaard voor mislukte crypto-investeringen

Een investeerder vraagt het faillissement aan van een 22-jarige rechtenstudent die als serviceverlener geld voor hem heeft geïnvesteerd in cryptovaluta. Hoewel de investeerder zijn investering ruimschoots heeft terugverdiend, heeft de serviceverlener verzuimd opnames uit te betalen. Uiteindelijk stelt de serviceverlener zich op het standpunt dat de investering verloren is gegaan. Het hof bekrachtigt de beslissing van de rechtbank waarin het faillissementsverzoek is afgewezen, omdat vergaand onderzoek nodig is om te beoordelen of de investering daadwerkelijk verloren is gegaan en of de serviceverlener een beroep kan doen op een contractuele uitsluiting van aansprakelijkheid.

Ongeldige levering van schepen, de curator heeft de wind in de zeilen

Aan de rechtbank Noord-Nederland wordt de vraag voorgelegd of een drietal schepen in de boedel van de failliet valt. De rechtbank oordeelt dat geen geldige levering heeft plaatsgevonden waardoor de schepen nooit zijn overgedragen.

Afwijzing van het door de curator van Friends of Lightyear Holding B.V. gedane verzoek om een (concern)enquête te bevelen bij de Lightyear-groep

De curator van Friends of Lightyear Holding B.V. heeft de Ondernemingskamer verzocht om een (concern)enquête te bevelen naar het beleid en de gang van zaken binnen de Lightyear-groep over de periode vanaf eind 2021 (althans januari 2022) tot en met de gedeeltelijke doorstart eind maart 2023. Volgens de Ondernemingskamer zijn de aangevoerde gronden onvoldoende zwaarwegend, terwijl de curator van de andere failliete groepsvennootschappen en een accountant al onderzoek doen. Het verzoek wordt afgewezen.

Bestuurder melkveebedrijf niet aansprakelijk na faillissement

Een natuurlijk persoon was tussen 8 januari 2016 en 7 februari 2017 en vanaf 8 september 2017 statutair bestuurder van een vennootschap die een melkveebedrijf dreef. Naar het oordeel van het hof was zij in de tussenliggende periode geen feitelijk beleidsbepaler. Er is geen sprake van schending van de boekhoudplicht. De natuurlijk persoon is ook niet aansprakelijkheid voor handelen in verschillende hoedanigheden bij het uitwinnen van pandrechten.

Betaling uit kredietruimte die na verrekening is ontstaan niet in strijd met artikel 54 Fw

In deze uitspraak wordt een principiële juridische vraag beantwoord: is artikel 54 Fw van toepassing op een bank, als inkomende betalingen op de bankrekening van de schuldenaar zijn verrekend waarna op basis van de aldus ontstane kredietruimte uitgaande betalingen worden verricht? Het hof beantwoordt deze vraag ontkennend.

Faillissement van landbouwbedrijven: beoordeling beroep curator op Pauliana met IPR-aspecten

In deze procedure is een Peeters/Gatzen-vordering en een vordering tot vernietiging van rechtshandelingen op grond van pauliana aan de orde. De rechtbank oordeelt rechtsmacht te hebben op grond van de Brussel I(bis)-Verordening ten aanzien van de Peeters/Gatzen-vordering en op grond van de Insolventieverordening ten aanzien van de paulianavordering. Nederlands recht is van toepassing op grond van de Rome II-Verordening, respectievelijk de Insolventieverordening. De rechtbank heeft het voornemen een deskundige te benoemen om benadeling schuldeisers te bewijzen.

Verlenging inbewaringstelling toegewezen in verband met vage verklaringen van gefailleerde

Verzoek verlenging inbewaringstelling. Verklaringen van gefailleerde zijn onvoldoende duidelijk, terwijl vaststaat dat gefailleerde grote sommen geld heeft ontvangen en gespendeerd. Verzoek wordt toegewezen

Een tweede wrakingsverzoek dat leidt tot misbruik

In casu wordt voor de tweede keer een wrakingsverzoek ingediend bij de rechtbank ten aanzien van de rechter-commissaris in het faillissement van een bv. Volgens de wrakingskamer dient ook dit verzoek op inhoudelijke gronden te worden afgewezen.

Geen aansprakelijkheid (advocaat van) curator wegens ondeugdelijke vordering. Met wenk

De aandeelhouder van een groep gefailleerde ondernemingen vordert schadevergoeding van een van de curatoren en de advocaat die voor de curatoren een procedure tegen Rabobank heeft gevoerd. Hij stelt dat hij door de wijze van procesvoering in zijn belangen is geschaad. Een van de verwijten is dat de curatoren een ondeugdelijke vordering hebben ingesteld door van Rabobank het gehele boedeltekort te vorderen als schadevergoeding voor niet-nakoming van afspraken. Volgens de rechtbank hebben de advocaat en de curator(en) niet onrechtmatig gehandeld.