Bestuurder is niet aansprakelijk voor de herstructurering van Timpaan Groep via een prepack.

Anders dan de curator heeft betoogd, heeft het bestuur gehandeld zoals van het bestuur verwacht mocht worden. Dat niet alle herstructureringsmaatregelen succesvol waren, doet daar niet aan af. Ook is niet gebleken dat onnodig een prepack is gedaan.

WHOA: dagbepaling behandeling homologatieverzoek en deadline afwijzingsverzoek

Rabobank mag uiterlijk een dag voor de zitting om 10.00 uur een verzoek tot afwijzing van het homologatieverzoek indienen.

WHOA: intrekken aanwijzing herstructureringsdeskundige en vaststellen salaris

Het door de herstructureringsdeskundige ingediende homologatieverzoek is afgewezen. Op verzoek van de herstructureringsdeskundige trekt de rechtbank daarom de aanwijzing tot herstructureringsdeskundige in en stelt zij de kosten vast op € 576.000 exclusief btw.

Matigingsbevoegdheid artikel 2:248 lid 4 BW heeft limitatieve gronden, maar wordt niet restrictief uitgelegd

De Hoge Raad bevestigt zijn uitspraak dat artikel 2:248 lid 4 BW een limitatieve opsomming van gronden voor matiging bevat. Deze gronden hoeven echter niet restrictief te worden uitgelegd. De matigingsbevoegdheid is niet beperkt tot gevallen waarin het boedeltekort groter is dan de schade die door het onbehoorlijke bestuur is veroorzaakt.

Afwijzing van exhibitievorderingen ex artikel 843a Rv en 3:15j BW belanghebbenden Eurocommerce

Vorderingen van (indirect) belanghebbenden bij Eurocommerce-groep jegens curatoren en Rabobank tot inzage in en afgifte van bepaalde bescheiden afgewezen op verschillende gronden. Geen beroep op artikel 3:15j BW mogelijk.

Pauliana en fiduciaverbod

Deze zaak gaat over twee vragen: (i) of de levering van een aandeel in een woning vernietigbaar is op grond van de Pauliana buiten faillissement (art. 3:45 BW) en (ii) of de woning in strijd met het fiduciaverbod tot zekerheid is overgedragen (art. 3:84 lid 3 BW). De rechtbank is van oordeel dat de levering niet met artikel 3:45 BW kan worden vernietigd en dat van een met artikel 3:84 lid 3 BW bedreigde zekerheidsoverdracht geen sprake is.

Afwijzing homologatie WHOA-akkoord

Diverse (deels gelieerde) klassen hebben ingestemd met het akkoord, maar voor bijna de helft van het bedrag aan schulden waarvoor een stem is uitgebracht is tegen het akkoord gestemd. Het akkoord heeft dus weinig draagvlak. In samenhang met het feit dat onvoldoende informatie is verschaft over de levensvatbaarheid van de onderneming en dat het akkoord onvoldoende is gewaarborgd, leidt dit ertoe dat de rechtbank het homologatieverzoek afwijst.

Hoger beroep WHOA-beschikking

Het hof oordeelt dat geen hoger beroep open staat tegen een beslissing van de rechtbank tot afwijzing van een verzoek tot homologatie van een WHOA-akkoord. Er is geen grond voor doorbreking van het rechtsmiddelenverbod. Ook volgt uit de Herstructureringsrichtlijn geen verplichting tot het faciliteren van een onverkort beroepsrecht tegen rechterlijke beslissingen over een herstructureringsplan.

Bestuurdersaansprakelijkheidsvorderingen van de curator op grond van artikel 2:248, 2:9 en 6:162 BW afgewezen

De rechtbank oordeelt dat bestuurders van de failliet (A) niet aansprakelijk zijn voor het boedeltekort c.q. de schade van A op grond van (i) artikel 2:248 BW, subsidiair op grond van (ii) artikel 2:9 BW of meer subsidiair op grond van (iii) artikel 6:162 BW.

Schending bancaire zorgplicht door Spaanse bank wegens het meewerken aan de verkoop van een woning zonder toestemming curator

Nadat twee personen failliet worden verklaard, verkopen en leveren zij hun Spaanse vakantiewoning aan een derde zonder medeweten en toestemming van de curator. Een Spaanse bank werkt mee aan die transactie, door doorhaling van haar hypotheekrecht op de woning en het in ontvangst nemen van de koopsom. Zij schendt daarmee de bancaire zorgplicht omdat zij reeds eerder door de curator van het faillissement op de hoogte was gesteld. Daarmee handelt de bank onrechtmatig en moet zij een schadevergoeding betalen aan de boedel.